|
||||||||
Gudrun Walther werd grootgebracht in een gezin waar in meerdere generaties de fiddle, de folk viool, gedrenkt werd in Ierse, Duitse en zelfs Franse volksmuziek. Vanaf haar zesde werd ze zelf ingewijd in het vioolspelen, wara ook de altviool in hoorde. En zingen deed ze al vanaf haar jongste jaren. Ze zong Iers al was dat in het begin puur fonetisch. Intussen is ze één van Duitslands meest vooraanstaande folkartiesten, al weten we dat ze ook in andere stijlen haar vrouwtje kan staan. Samen met Jürgen Treyz (gitaren, backing vocals) stortte ze zich op Duitse traditionele folk en bracht ze twee traditionele platen uit als Deitsch: ‘Königskinder’ (2005; met een hele band eigenlijk) en ‘Heimat’ (2009, een mix van trad en meer eigen werk) Deitsch zelf zegt dat er nog een derde album was, maar dat hebben we niet teruggevonden. Dat trekken we nog eens na. In die periode hadden we zelf contact met een andere Duitse band die Ierse folk speelde en speelt, More Maids, tegenwoordig Fourmaids, met Barbara Hintermeier ((alt)viool), Marion Fluck (fluiten, whistles) en Sandra Steinort (keyboards, accordeon en een heleboel andere instrumenten, plus arrangementen) Barbara Coerdt speelt daar nu de Ierse bouzouki. Steinort was, samen met Walther, medestichter van Cara, band die zich specialiseerde in Ierse folk. Ze is er op dit ogenblik geen lid meer van. Cara is buiten kijf één der allerbeste niet-Ierse Ierse bands met onder meer in de States aanzienlijk succes. Daar is momenteel een Duitse toer mee aan de gang. De Ierse songs van Walther worden trouwens gecoverd door folkrgoepen in de UK en de USA . In 2016 werd ze uitgenodigd als gast bij de vermaarde Ierse band Téada in plaats van de meesterlijke fiddle speler uit county Sligo, Oisín MacDiarmada. We weten niet hoe Gudrun dat doet maar buiten Deitsch en Cara, heeft ze met Jürgen en twee Schotse artiesten nog het Schots-Duitse Litha en houdt ze sinds 2003, tezamen met Falk Bruder, de zaken op orde in het artes Konzertbuero (met kleine ‘a’). Daar zitten, naast de vermelde bands, ook kleppers als Tannahill Weavers en Leveret in de concertaanbieding. Begrijpelijkerwijs bleef het lange tijd stil rond Deitsch, maar dat kwam na crowdfunding weer tot leven, maar dan als kwartet met Barbara Hintermeier ((alt)viool, backing vocals - lid van More Maids) en Steffen Gabriel (fluit, doedelzak, backing vocals) erbij. Het zijn mensen uit verschillende delen van het land, een diversiteit die zeker geen kwaad kan. Ze hadden nog nooit samengewerkt in deze samenstelling, maar de muzikanten hadden wel al heel vaak met mekaar gespeeld in verschillende bands. De aanleiding voor deze ‘Mittsommer Sessions’ waren de ontdekking en publicatie van oude liedboeken met Duitse dansmuziek uit 18e en 19e eeuw. Die boden een hele nieuwe kijk op het verschijnsel ‘Duitse folk’. Waar in veel Noord-Europese landen toch al decennialang onderzoek is gedaan naar wat er rest aan oude bronnen, hoe mager soms ook, lijkt het ons toe dat er in Duitsland nog heel wat werk voor de boeg lag. Deze ontdekkingen boden een uitgelezen kans om en gigantisch gat toch min of meer te vullen. Treyz, een ervaren academicus met kennis van traditionele en Middeleeuwse muziek, deed de research. Hij bracht bovendien zijn ervaring in als technicus en producer. Hij startte de artes studio (weer kleine a), waar hij een massa opnames verzorgde en nog altijd verzorgt. Er is niet enkel folk. Hij heeft ook raakpunten met radio, theater en TV-producties als gitarist, componist en arrangeur. Deitsch kwam tot de vaststelling dat in de bronnen een schat aan vooral dansen schuilging. In januari 2019 waren er verkennende sessies. Het bleek dat dit ‘materiaal’ het best zou gedijen met een losse aanpak. Spontaneïteit was het sleutelwoord De rest kwam neer op de vakkennis van de vier musici. ‘Mittsommer Sessions’ werd opgenomen in de bloedhete zomer van 2019 (vandaar de naam), allicht een drama voor de snaarinstrumenten, maar een zegen voor de zomerse aard van de eigenlijke opnames. Ze is niets minder dan een openbaring in zijn elegante afwisseling van gezongen en instrumentaal, een rijkdom aan melodieën die u misschien niet met Duitsland associeerde. Zo vindt men zes prachtige polonaises uit het boekje (1768), dat men vond in een apotheek in Wittenberg. Geen nood als u daar niets van weet: alles staat bondig maar precies verklaard in de commentaren in Duits en Engels. Gudrun zingt net als bij Cara en elders de pannen van het dak, als in ‘Der Winter ist vergangen’, een maailied uit het grensgebied van Duitsland met Nederland, daterend van de 15e (tekst) en 16e (muziek) eeuwen. Het afsluitende ‘Ade nun zur guten Nacht’ is een heerlijke brok ontroering, een dot van een slaaplied. Net nu folk verrijst via onder meer de platen van Ben Walker (‘Echo’) en Lankum (‘The Livelong Day’) bent u met ‘Mittsommer Sessions’ meteen mee in de nieuwe vaart van de Duitse folk. Onthou de naam: Deitsch. Antoine Légat |
||||||||
|
||||||||